Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 773 Vrijwaringsmaatregelen
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Indien zich ernstige economische, maatschappelijke of milieuproblemen van sectorale of regionale aard voordoen, waaronder met betrekking tot visserijactiviteiten en hun afhankelijke gemeenschappen, die kunnen voortduren, kan de betrokken Partij eenzijdig passende vrijwaringsmaatregelen nemen. Dergelijke vrijwaringsmaatregelen zijn wat hun draagwijdte en duur betreft, beperkt tot hetgeen strikt noodzakelijk is om de situatie te verhelpen. Maatregelen die de werking van deze overeenkomst het minst verstoren, krijgen voorrang.
2.
De betrokken Partij stelt de andere Partij daarvan onverwijld in kennis via de Partnerschapsraad en verstrekt alle relevante informatie. De Partijen treden onmiddellijk in overleg in de Partnerschapsraad om een voor alle Partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
3.
De betrokken Partij kan pas een maand na de datum van de in lid 2 bedoelde kennisgeving vrijwaringsmaatregelen nemen, tenzij de overlegprocedure op grond van lid 2 vóór het verstrijken van de gestelde termijn gezamenlijk is beëindigd. Wanneer uitzonderlijke omstandigheden die onmiddellijk optreden vereisen, een voorafgaand onderzoek uitsluiten, kan de betrokken Partij onmiddellijk de vrijwaringsmaatregelen toepassen die strikt noodzakelijk zijn om de situatie te verhelpen.
De betrokken Partij stelt de Partnerschapsraad onverwijld in kennis van de genomen maatregelen en verstrekt alle relevante informatie.
4.
Indien een vrijwaringsmaatregel van de betrokken Partij leidt tot een onevenwichtigheid tussen de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst of aanvullende overeenkomsten, kan de andere Partij de evenredige evenwichtsherstellende maatregelen nemen die strikt noodzakelijk zijn om de onevenwichtigheid te verhelpen. Maatregelen die de werking van deze overeenkomst het minst verstoren, krijgen voorrang. De leden 2 tot en met 4 zijn mutatis mutandis van toepassing op dergelijke evenwichtsherstellende maatregelen.
5.
Elk van de Partijen kan, zonder voorafgaand overleg op grond van artikel 738 te hebben gepleegd, de in artikel 739 bedoelde arbitrageprocedure inleiden om een maatregel van de andere Partij in toepassing van de leden 1 tot en met 5 van dit artikel aan te vechten.
6.
De in lid 1 bedoelde vrijwaringsmaatregelen en de in lid 5 bedoelde evenwichtsherstellende maatregelen kunnen ook worden genomen met betrekking tot een aanvullende overeenkomst, tenzij anderszins wordt bepaald in die aanvullende overeenkomst.