Einde inhoudsopgave
Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures [Vertaling]
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 03-02-2006
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het protocol van 26-06-1999, Trb. 2001, 162.
- Bronpublicatie:
26-06-1999, Trb. 2001, 162 (uitgifte: 01-10-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-02-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2006, Trb. 2006, 74 (uitgifte: 04-04-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Wijziging van de Overeenkomst
1.
De tekst van elke wijziging die de Overeenkomstsluitende Partijen door het Comité van beheer wordt aanbevolen overeenkomstig artikel 6, lid 5, onder a, i en ii, wordt door de Secretaris-Generaal van de Raad ter kennis gebracht van alle Overeenkomstsluitende Partijen en van de leden van de Raad die geen Overeenkomstsluitende Partij zijn.
2.
Wijzigingen in het dispositief van de Overeenkomst treden voor alle Overeenkomstsluitende Partijen in werking twaalf maanden na de neerlegging van de akten van aanvaarding door de Overeenkomstsluitende Partijen die aanwezig waren bij de zitting van het Comité van beheer tijdens welke de wijzigingen werden aanbevolen, op voorwaarde dat geen van de Overeenkomstsluitende Partijen bezwaar aantekent binnen twaalf maanden na de datum waarop deze wijzigingen zijn medegedeeld.
3.
Een aanbevolen wijziging van de algemene bijlage of van de specifieke bijlagen of hoofdstukken daarvan, wordt geacht te zijn aanvaard zes maanden na de datum waarop de aanbevolen wijziging de Overeenkomstsluitende Partijen ter kennis werd gebracht, tenzij:
- a.
bezwaar is aangetekend door een Overeenkomstsluitende Partij of, wanneer het gaat om een specifieke bijlage of een hoofdstuk daarvan, een Overeenkomstsluitende Partij die door deze specifieke bijlage of dat hoofdstuk gebonden is; of
- b.
een Overeenkomstsluitende Partij de Secretaris-Generaal van de Raad ervan in kennis stelt dat, hoewel zij voornemens is de aanbevolen wijziging te aanvaarden, de voorwaarden voor een dergelijke aanvaarding nog niet zijn vervuld.
4.
Indien een Overeenkomstsluitende Partij de Secretaris-Generaal van de Raad een kennisgeving doet als bedoeld in lid 3, onder b), van dit artikel, kan deze Partij, zolang zij de Secretaris-Generaal van de Raad niet in kennis heeft gesteld van haar aanvaarding van de aanbevolen wijziging, tegen deze wijziging bezwaar aantekenen binnen een termijn van achttien maanden volgende op het verstrijken van de in lid 3 van dit artikel bedoelde periode van zes maanden.
5.
Wanneer een bezwaar tegen een aanbevolen wijziging overeenkomstig het bepaalde in lid 3 onder a), of lid 4 van dit artikel wordt medegedeeld, wordt de wijziging geacht niet te zijn aanvaard en sorteert deze geen effect.
6.
Indien een Overeenkomstsluitende Partij een kennisgeving in de zin van het bepaalde in lid 3, onder b), van dit artikel heeft gedaan, wordt de wijziging geacht te zijn aanvaard op de vroegste van de volgende twee data:
- a.
de datum waarop alle Overeenkomstsluitende Partijen die dergelijke kennisgevingen hebben gedaan de Secretaris-Generaal van de Raad in kennis hebben gesteld van hun aanvaarding van de aanbevolen wijziging, op voorwaarde dat, indien alle aanvaardingen vóór het verstrijken van de in lid 3 van dit artikel bedoelde termijn van zes maanden werden medegedeeld, deze datum wordt aangenomen als de datum waarop de genoemde termijn van zes maanden verstrijkt;
- b.
de dat[lees: de datum] waarop de in lid 4 van dit artikel bedoelde termijn van achttien maanden verstrijkt.
7.
Elke wijziging van de algemene bijlage of van de specifieke bijlagen of hoofdstukken daarvan die geacht wordt te zijn aanvaard, wordt van kracht, hetzij zes maanden na de datum waarop zij werd geacht te zijn aanvaard, hetzij, indien in de aanbevolen wijziging een andere termijn is vermeld, bij het verstrijken van die termijn na de datum waarop de wijziging werd geacht te zijn aanvaard.
8.
De Secretaris-Generaal van de Raad stelt de Overeenkomstsluitende Partijen zo spoedig mogelijk in kennis van elk bezwaar dat overeenkomstig lid 3, onder a), tegen de aanbevolen wijziging is aangetekend en van elke overeenkomstig lid 3, onder b), van dit artikel ontvangen kennisgeving. De Secretaris-generaal van de Raad deelt de Overeenkomstsluitende Partijen vervolgens mede of de Overeenkomstsluitende Partij of Partijen die een dergelijke kennisgeving hebben gedaan, bezwaar aantekenen tegen de aanbevolen wijziging of deze aanvaarden.