Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 6.11
Geldend
Geldend vanaf 13-02-2021
- Bronpublicatie:
04-02-2021, Stcrt. 2021, 6770 (uitgifte: 12-02-2021, regelingnummer: ACM/UIT/543830)
- Inwerkingtreding
13-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-2021, Stcrt. 2021, 6770 (uitgifte: 12-02-2021, regelingnummer: ACM/UIT/543830)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
Tenzij om technologie-specifieke beperkingen anders overeengekomen, is het HVDC-convertorstation in staat om in bedrijf te zijn in de drie regelmodi, als bedoeld in artikel 22 van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), waarbij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de gewenste regelmodus vaststelt.
2.
Tenzij om technologie-specifieke beperkingen anders overeengekomen, is, in aanvulling op de regelmodi, genoemd in het eerste lid, een HVDC-convertorstation in staat om in bedrijf te zijn in de spanningsregelmodus, waarbij het blindvermogen zich bevindt binnen een door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet gespecificeerde bandbreedte en waarbij de referentiewaarde voor de spanning wordt afgestemd op het uitgewisselde blindvermogen, als bedoeld in artikel 3.26, zesde lid, en artikel 9.14, tweede lid.
3.
De dode band van de spanningsregeling, als bedoeld in artikel 22, derde lid, onderdeel b, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), kan worden aangepast in stappen van 0,5% van de 1 pu-referentiespanning.
4.
De waarde van het tijdsbestek t1 voor het bereiken van een verandering van 90% in geleverd blindvermogen, als bedoeld in artikel 22, derde lid, onderdeel c, subonderdeel i, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), komt de netbeheerder, in overleg met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, overeen met de aangeslotene die beschikt over een HVDC-systeem en legt deze vast in de aansluit- en transportovereenkomst.
5.
De waarde van het tijdsbestek t2 voor het bereiken van een verandering van 99% in geleverd blindvermogen, als bedoeld in artikel 22, derde lid, onderdeel c, subonderdeel ii, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), binnen het bereik van 1 tot 60 s, komt de netbeheerder, in overleg met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, overeen met de aangeslotene die beschikt over een HVDC-systeem en legt deze vast in de aansluit- en transportovereenkomst.
6.
De helling van de blindvermogenscomponent, als bedoeld in artikel 22, derde lid, onderdeel d, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), komt de netbeheerder, in overleg met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, overeen met de aangeslotene die beschikt over een HVDC-systeem en legt deze vast in de aansluit- en transportovereenkomst.
7.
Het HVDC-systeem is in staat om de referentiewaarde voor het blindvermogen, als bedoeld in artikel 22, vierde lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), binnen het volledige bereik van het blindvermogen in te stellen, met instelstappen van maximaal 5 Mvar of 5% (naargelang wat de laagste waarde is) van het totale blindvermogen, waarbij het blindvermogen op het overdrachtspunt wordt geregeld tot een nauwkeurigheid van plus of minus 5 Mvar of plus of minus 5% (naargelang wat de laagste waarde is) van het totale blindvermogen.
8.
De minimale stapgrootte voor de instelling van de gewenste waarde van de arbeidsfactor, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC) is 0,005.
9.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet specificeert de technische vereisten waar de apparatuur, als bedoeld in artikel 22, zesde lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), die vereist is om op afstand de regelmodi en de desbetreffende referentiewaarden te kunnen selecteren, aan moet voldoen en legt dit vast in de aansluit- en transportovereenkomst.