Einde inhoudsopgave
Kadasterwet BES
Artikel 52
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
08-04-2020, Stb. 2020, 149 (uitgifte: 22-05-2020, kamerstukken: 35109)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2020, Stb. 2020, 487 (uitgifte: 02-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vastgoedrecht (V)
1.
Naast feiten die voor de rechtstoestand van registergoederen van belang zijn, kunnen in de openbare registers tevens algemene voorwaarden, modelreglementen en andere stukken, die niet op een bepaald registergoed betrekking hebben, worden ingeschreven, met het uitsluitend doel dat daarnaar in later ter inschrijving aangeboden stukken kan worden verwezen. De artikelen 18, 19, 20, eerste lid, eerste zin, en 22 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek BES zijn van overeenkomstige toepassing.
2.
Ter inschrijving van de in het eerste lid bedoelde stukken is naast het stuk zelf vereist een afschrift van dat stuk, gesteld op een door de bewaarder verstrekt formulier en voorzien van een verklaring van eensluidendheid. Artikel 16, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.
De artikelen 24 tot en met 29 zijn niet van toepassing. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen eisen worden gesteld waaraan ter inschrijving aangeboden stukken als bedoeld in het eerste lid moeten voldoen. Het bestuur van de Dienst stelt regels vast omtrent de wijze waarop de verwijzing in de latere stukken geschiedt.
4.
In een ter inschrijving aangeboden stuk kan slechts worden verwezen naar een eerder ingeschreven stuk, indien de inschrijving van het later ter inschrijving aangeboden stuk plaatsvindt in het openbaar lichaam waar het stuk waarnaar wordt verwezen, reeds is ingeschreven.
5.
Een verwijzing naar een stuk als bedoeld in het eerste lid, eerste zin, heeft tot gevolg dat het stuk waarnaar in een ter inschrijving aangeboden stuk wordt verwezen, geacht wordt deel uit te maken van de inschrijving die op grond van het aangeboden stuk plaatsvindt.