Einde inhoudsopgave
Universele Auteursrecht-Conventie
Artikel XIII
Geldend
Geldend vanaf 16-09-1955
- Bronpublicatie:
06-09-1952, Trb. 1955, 72 (uitgifte: 23-06-1955, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-09-1955
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-04-1960, Trb. 1960, 34 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Iedere Verdragsluitende Staat kan, op het ogenblik der nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding of toetreding, of nadien, door middel van een kennisgeving, gericht aan de Directeur-Generaal van de Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, verklaren, dat deze Conventie toepasselijk is op alle of enkele van de landen of gebieden, voor welker buitenlandse betrekkingen hij verantwoordelijk is; deze Conventie zal dan op de in de kennisgeving vermelde landen of gebieden toepasselijk zijn na het verstrijken van het tijdvak van drie maanden, bedoeld in artikel IX. Bij gebreke van zulk een kennisgeving zal deze Conventie op die landen of gebieden niet toepasselijk zijn.