Einde inhoudsopgave
Besluit ECB/2014/16 (2014/360/EU) betreffende de oprichting van een administratieve raad voor toetsing en zijn werkwijze
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2014
- Bronpublicatie:
14-04-2014, PbEU 2014, L 175 (uitgifte: 14-06-2014, regelingnummer: ECB/2014/16 2014/360/EU)
- Inwerkingtreding
15-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-04-2014, PbEU 2014, L 175 (uitgifte: 14-06-2014, regelingnummer: ECB/2014/16 2014/360/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Besluit van de Europese Centrale Bank van 14 april 2014 betreffende de oprichting van een administratieve raad voor toetsing en zijn werkwijze
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (1), inzonderheid artikel 24,
Overwegende:
- (1)
Op een overeenkomstig artikel 24, lid 5 ingediend verzoek om toetsing verricht de administratieve raad voor toetsing krachtens artikel 24, lid 1 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 een interne administratieve toetsing van de besluiten die de Europese Centrale Bank (ECB) krachtens de haar bij Verordening (EU) nr. 1024/2013 opgedragen bevoegdheden heeft genomen.
- (2)
Krachtens artikel 24, lid 10 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 stelt de ECB de werkwijze van de administratieve raad voor toetsing vast die openbaar wordt gemaakt.
- (3)
Overeenkomstig artikel 24, lid 11 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 laat de oprichting van de administratieve raad voor toetsing het recht om overeenkomstig de Verdragen beroep in te stellen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie, onverlet.
- (4)
Een toetsing door de administratieve raad voor toetsing is een optionele toetsing voor personen tot wie een ECB-besluit uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1024/2013 is gericht of dat deze persoon rechtstreeks en individueel raakt, vooraleer beroep in te stellen bij het Hof van Justitie,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63.