Einde inhoudsopgave
Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES
Artikel 41
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 350 jo Stb. 2010, 830 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken: 32428)
17-05-2010, Stb. 2010, 350 jo Stb. 2010, 830 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken: 31959)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2010, Stb. 2010, 831 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Nabestaandenuitkering
1.
De weduwe, wier echtgenoot is overleden vóór 1 januari 1966 en die op die dag nog geen 65 jaar oud is, heeft van die dag af recht op weduwenpensioen naar de bepalingen van deze wet, indien zij dat recht zou hebben gehad wanneer deze wet op het tijdstip van overlijden van haar echtgenoot reeds van kracht zou zijn geweest.
2.
De wettige, gewettigde en door de vader erkende natuurlijke kinderen, wier vader is overleden vóór 1 januari 1966 en die op die dag nog geen 15 jaar oud zijn, hebben van die dag af naar de bepalingen van deze wet recht op wezenpensioen, indien zij dat recht zouden hebben gehad wanneer deze wet op het tijdstip van overlijden reeds van kracht geweest zou zijn.
3.
De kinderen, wier moeder is overleden vóór 1 januari 1966 en die als gevolg daarvan ouderloos zijn geworden en die op 1 januari 1966 nog geen 15 jaar oud zijn, hebben van die dag af naar de bepalingen van deze wet recht op wezenpensioen, indien zij dat recht zouden hebben gehad wanneer deze wet op het tijdstip van overlijden reeds van kracht zou zijn geweest.
4.
Het bepaalde in de voorgaande leden is slechts van toepassing op Nederlanders, die in Aruba, Curaçao, Sint Maarten, de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba wonen.
5.
Een kind kan tegelijkertijd slechts op grond van één overlijden wezenpensioen genieten.