Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2004
- Bronpublicatie:
09-07-2002, Trb. 2002, 138 (uitgifte: 02-08-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2004, Trb. 2004, 291 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag
- a.
wordt verstaan onder ‘grondgebied’,
met betrekking tot de Republiek Cyprus: het eiland Cyprus,
met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden: het grondgebied van het Koninkrijk in Europa;
- b.
wordt verstaan onder ‘wetgeving’: de wetgeving die betrekking heeft op de in artikel 2, eerste lid, bedoelde takken van sociale zekerheid;
- c.
wordt verstaan onder ‘onderdaan’,
met betrekking tot de Republiek Cyprus: een staatsburger van de Republiek Cyprus,
met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden: een persoon met de Nederlandse nationaliteit;
- d.
wordt verstaan onder ‘bevoegde autoriteit’,
met betrekking tot de Republiek Cyprus: de minister van Arbeid en Sociale Verzekering,
met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden: de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland;
- e.
wordt verstaan onder ‘bevoegd orgaan’: het orgaan dat uit hoofde van de toepasselijke wetgeving bevoegd is;
- f.
wordt verstaan onder ‘verzekeringstijdvak’: het tijdvak van betaling van premie of bijdrage of een vergelijkbaar tijdvak dat als zodanig is omschreven uit hoofde van de wetgeving van een Verdragsluitende Staat;
- g.
wordt verstaan onder ‘uitkering’: een uitkering of pensioen krachtens de wetgeving, en waarin zijn begrepen alle aanvullingen op of verhogingen van die uitkering uit hoofde van de wetgeving;
- h.
wordt verstaan onder ‘rechthebbende’: een persoon die recht heeft op een uitkering;
- i.
wordt verstaan onder ‘gezinslid’: een persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt in de toepasselijke wetgeving;
- j.
wordt verstaan onder ‘woonplaats’ of een vorm daarvan: gewoonlijke woonplaats;
- k.
wordt verstaan onder ‘verblijfplaats’ of een vorm daarvan: tijdelijke verblijfplaats;
- l.
wordt verstaan onder ‘vluchteling’: een persoon zoals omschreven in artikel 1 van het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend te Genève op 28 juli 1951 en in artikel 1, tweede lid, van het protocol betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend te New York op 31 januari 1967;
- m.
wordt verstaan onder ‘staatloze’: een persoon zoals omschreven in artikel 1 van het Verdrag inzake staatlozen, ondertekend te New York op 28 september 1954.
2.
Andere woorden en uitdrukkingen die in dit Verdrag worden gebruikt hebben de betekenis die daaraan krachtens de wetgeving wordt toegekend.