Einde inhoudsopgave
Successiebelastingverordening 1908 [Curaçao]
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Deze landsverordening verkrijgt de status van landsverordening van Curaçao. Voorheen landsverordening van de Nederlandse Antillen. De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-12-2001 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
04-09-2010, Afkondigingsblad Curaçao 2010, 87 (uitgifte: 04-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt krachtens art. 2 van de Eilandsverordening vaststelling diverse landsverordeningen Curaçao tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
Bij alle aangiften voor de successiebelasting, door erfgenamen te doen, wordt opgegeven of de overledene al dan niet eenige goederen als bezwaarde erfgenaam of legataris of in vruchtgebruik bezat, en zoo ja, waarin zij bestaan, door wien en bij welken titel de erfstelling over de hand of het vruchtgebruik is ingesteld, aan wien de goederen moeten worden uitgekeerd, wie tot het genot van het goed is gekomen of op wien het vruchtgebruik bij opvolging is overgegaan.
Gelijke opgaven worden vereischt ten aanzien van het al dan niet bezitten, het vervallen of overgaan van periodieke uitkeeringen.
Indien eenige opgave, als in dit artikel bedoeld, is verzuimd of onjuist gedaan, is iedere onderteekenaar der aangifte hoofdelijk aansprakelijk voor de belasting ter zake verschuldigd, behoudens het recht tot terugvordering van de schuldenaren.