Einde inhoudsopgave
Statuut voor de personeelsleden van Europol
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1999
- Bronpublicatie:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De functionaris die kandidaat is voor een openbaar ambt dat door middel van verkiezing wordt verkregen, dient verlof om redenen van persoonlijke aard aan te vragen en wel voor ten hoogste drie maanden.
De directeur beoordeelt de positie van de functionaris die tot een zodanig ambt is verkozen. Naar gelang van het gewicht van het ambt en van de verplichtingen welke daaruit voor de ambtsdrager voortvloeien, beslist de directeur of de betrokkene in actieve dienst wordt gehandhaafd dan wel of hij verlof om redenen van persoonlijke aard moet aanvragen. Het verlof duurt in dit geval even lang als zijn mandaat. Indien de betrokkene een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd heeft, wordt de duur van het verlof beperkt tot de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst.