Einde inhoudsopgave
Veiligheidswet BES
Artikel 51
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
30-09-2010, Stb. 2010, 362 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken: 32207)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Crisismanagement
Openbare orde en veiligheid / Hulpverlening
1.
Eenieder die beschikt over relevante veiligheidstechnische gegevens verschaft het bestuurscollege de informatie die nodig is voor een adequate voorbereiding van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing.
Dit geldt niet voor zover deze informatie reeds op grond van andere voorschriften is verschaft of kan worden verkregen.
2.
Het bestuurscollege kan bevelen dat een inrichting die behoort tot een krachtens artikel 45, eerste lid, aangewezen categorie niet in werking gesteld of gehouden wordt, indien degene die de inrichting in werking zal hebben of heeft, niet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting tot informatieverschaffing voldoet.
3.
Degene die een inrichting drijft die behoort tot een krachtens artikel 45, eerste lid, aangewezen categorie, is verplicht:
- a.
aan het bestuurscollege een actueel bijgehouden document te verschaffen waarin het door hem gevoerde beleid ter voorkoming van zware ongevallen, rekening houdend met de aanwezigheid en de omvang van de risico's, is vastgelegd;
- b.
een voor eenieder te raadplegen lijst van in de inrichting aanwezige gevaarlijke stoffen bij te houden.
4.
Indien voor gegevens als bedoeld in het eerste lid of een deel daarvan geheimhouding door het belang van de veiligheid van de Staat geboden is, verstrekt degene die daarover beschikt op aanwijzing van Onze betrokken Minister deze gegevens tezamen met de gegevens waarvoor geheimhouding niet is geboden, aan Onze betrokken Minister.
5.
Indien degene die beschikt over gegevens als bedoeld in het eerste lid van mening is dat deze gegevens of een deel daarvan niet kunnen worden verstrekt omdat geheimhouding daarvan door het belang van de veiligheid van de Staat is geboden, verstrekt hij deze gegevens tezamen met de gegevens waarvoor naar zijn mening geheimhouding niet is geboden, aan Onze betrokken Minister.
6.
Onze betrokken Minister verstrekt de informatie op basis van de gegevens, bedoeld in het vierde en vijfde lid, aan het bestuurscollege nadat hij deze in overleg met Onze Minister zodanig heeft bewerkt, dat de gegevens waarvoor geheimhouding geboden is, daarin niet voorkomen of daaruit niet kunnen worden afgeleid.