Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de status van staatlozen
Artikel 40 Opzegging
Geldend
Geldend vanaf 06-06-1960
- Bronpublicatie:
28-09-1954, Trb. 1957, 22 (uitgifte: 14-02-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-06-1960
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-02-1964, Trb. 1964, 17 (uitgifte: 01-01-1964, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Staatsrecht / Grondrechten
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
1.
Elke Verdragsluitende Staat mag dit Verdrag te allen tijde opzeggen door middel van een tot de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties gerichte kennisgeving.
2.
De opzegging zal voor de betrokken Staat van kracht worden één jaar na de datum waarop de kennisgeving door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties is ontvangen.
3.
Elke Staat die op grond van artikel 36 een verklaring of een kennisgeving heeft gedaan, mag, te allen tijde nadien, door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, verklaren, dat één jaar nadat de Secretaris-Generaal deze kennisgeving heeft ontvangen, het Verdrag niet langer van toepassing zal zijn op het in de kennisgeving aangegeven grondgebied.