Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 1:14 (advies bij vergunningverlening)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is reeds aangebracht bij de wijziging van 13-12-2012, Stb. 678.
- Bronpublicatie:
19-11-2014, Stb. 2014, 472 (uitgifte: 05-12-2014, kamerstukken: 33918)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2014, Stb. 2014, 534 (uitgifte: 19-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Indien de Nederlandsche Bank in het kader van de behandeling van een aanvraag om vergunning dient te beoordelen of de aanvrager zal voldoen aan bij of krachtens de artikelen 3:9, tweede lid, onderdeel c, 3:11 of 3:12 gestelde regels, vraagt zij, alvorens op de aanvraag te beslissen, daarover advies aan de Autoriteit Financiële Markten.
2.
Indien de Autoriteit Financiële Markten in het kader van de behandeling van een aanvraag om vergunning dient te beoordelen of de aanvrager zal voldoen aan bij of krachtens de artikelen 3:9, tweede lid, onderdeel b, 3:16, 3:17, 3:18, 3:22 of 4:5, eerste of tweede lid, gestelde regels, vraagt zij, alvorens op de aanvraag te beslissen, daarover advies aan de Nederlandsche Bank.
3.
De om advies gevraagde toezichtautoriteit brengt haar advies schriftelijk uit binnen vier weken na het verzoek. Het advies maakt deel uit van de beslissing op de aanvraag om vergunning.
4.
Indien de toezichtautoriteit die bevoegd is op de aanvraag te beslissen, overweegt van het in het derde lid bedoelde advies af te wijken, stelt zij de toezichtautoriteit die het advies heeft uitgebracht, in de gelegenheid om haar advies mondeling toe te lichten.