Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WVO 2020
Artikel 3.47 Judicium cum laude vwo en havo
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
14-10-2021, Stb. 2021, 521 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Een examenkandidaat is geslaagd voor het eindexamen vwo met toekenning van het judicium cum laude indien de eindexamenuitslag voldoet aan de volgende voorschriften:
- a.
ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van de eindcijfers voor:
- 1°
de vakken in het gemeenschappelijke deel van het profiel, het eindcijfer, bedoeld in artikel 3.34, tweede lid, en de vakken van het profieldeel; en
- 2°
het vak uit het vrije deel waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld, en
- b.
ten minste het eindcijfer 7 of ten minste de kwalificatie ‘voldoende’ voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel 3.34.
2.
Een examenkandidaat is geslaagd voor het eindexamen havo met toekenning van het judicium cum laude indien de eindexamenuitslag voldoet aan de volgende voorschriften:
- a.
ten minste het gemiddelde eindcijfer 8,0, berekend op basis van de eindcijfers voor:
- 1°
de vakken in het gemeenschappelijke deel van het profiel, het eindcijfer, bedoeld in artikel 3.34, tweede lid, en de vakken van het profieldeel; en
- 2°
het vak uit het vrije deel waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld, en
- b.
ten minste het eindcijfer 6 of ten minste de kwalificatie ‘voldoende’ voor alle vakken die meetellen bij de uitslagbepaling op grond van artikel 3.34.