Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Chili
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2016
- Bronpublicatie:
15-06-2005, Trb. 2005, 194 (uitgifte: 10-08-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2015, Trb. 2015, 200 (uitgifte: 30-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:
- a.
‘Chili’, de Republiek Chili en ‘Nederland’ het Koninkrijk der Nederlanden;
- b.
‘grondgebied’:
wat Chili betreft, het toepassingsgebied van de Politieke Grondwet van de republiek Chili, en wat Nederland betreft, het grondgebied van het Koninkrijk in Europa; in beide gevallen in overeenstemming met het Internationale Recht;
- c.
‘onderdaan’:
wat Chili betreft, een Chileen zoals omschreven in de Politieke Grondwet van de Republiek Chili, en wat Nederland betreft, een persoon met de Nederlandse nationaliteit;
- d.
‘wetgeving’: de in artikel 2 vermelde wetten en regelingen;
- e.
‘bevoegde autoriteit’:
wat Chili betreft, de Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg, en wat Nederland betreft, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
- f.
‘bevoegd orgaan’:
ieder orgaan dat belast is met de uitvoering van de in artikel 2 van dit Verdrag vermelde wetgeving;
- g.
‘verzekeringstijdvak’: een tijdvak dat in de wetgeving in het kader waarvan dat tijdvak is vervuld, als zodanig is omschreven, en elk tijdvak dat in deze wetgeving daarmee wordt gelijkgesteld;
- h.
‘uitkering’: elke uitkering of elk pensioen ingevolge de wetgeving van één van beide Verdragsluitende Staten, met inbegrip van aanvullingen op en verhogingen van een uitkering of een pensioen conform de wetgeving genoemd in artikel 2;
- i.
‘vluchteling’: iedere persoon als bedoeld in artikel 1 van het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951 en in artikel 1, eerste lid, van het Protocol van 31 januari 1967;
- j.
‘staatlozen’:
wat Nederland betreft, iedere persoon als bedoeld in artikel 1 van het Verdrag betreffende de status van staatlozen van 28 september 1954, en wat Chili betreft, iedere persoon zonder nationaliteit;
- k.
‘gezinslid’ of ‘uitkeringsgerechtigde’, wat Chili betreft: iedere persoon die als uitkeringsgerechtigde beschouwd kan worden krachtens de toe te passen Chileense wetgeving.
2.
Elke term die niet in het Verdrag is omschreven heeft de betekenis die daaraan wordt gegeven in de wetgeving die wordt toegepast.