Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 6.20
Geldend
Geldend vanaf 11-05-2023
- Bronpublicatie:
26-04-2023, Stcrt. 2023, 13339 (uitgifte: 10-05-2023, regelingnummer: ACM/UIT/591251)
- Inwerkingtreding
11-05-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2023, Stcrt. 2023, 13339 (uitgifte: 10-05-2023, regelingnummer: ACM/UIT/591251)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
De methode en de condities op basis waarvan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet het minimum- en maximumkortsluitvermogen bepaalt, als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), zijn:
- a.
het maximumkortsluitvermogen op het overdrachtspunt van de aansluiting van het HVDC-systeem wordt berekend op basis van een volledig in bedrijf zijnd net, onder handhaving van de enkelvoudige storingsreserve, waarbij rekening wordt gehouden met alle voorziene relevante netaanpassingen dan wel netuitbreidingen, en de maximale kortsluitstroombijdrage van alle op het desbetreffende net aangesloten elektriciteitsproductie-eenheden en met de maximale kortsluitstroombijdrage van alle aangrenzende netten;
- b.
het minimumkortsluitvermogen vóór een storing op het overdrachtspunt van de aansluiting van het HVDC-systeem wordt berekend op basis van de netsituatie met enkelvoudige storingsreserve, die resulteert in het kleinste kortsluitvermogen op het overdrachtspunt van de aansluiting en waarbij rekening wordt gehouden met alle voorziene relevante netaanpassingen dan wel netuitbreidingen, de minimale kortsluitstroombijdrage van een vooraf bepaalde minimale inzet van op het desbetreffende net aangesloten elektriciteitsproductie-eenheden, en met de minimale kortsluitstroombijdrage van alle aangrenzende netten;
- c.
het minimumkortsluitvermogen na een storing op het overdrachtspunt van de aansluiting van het HVDC-systeem wordt berekend op basis van de enkelvoudige storing in een netsituatie met enkelvoudige storingsreserve, die resulteert in het kleinste kortsluitvermogen op het overdrachtspunt van de aansluiting na de storing en waarbij rekening wordt gehouden met alle voorziene relevante netaanpassingen dan wel netuitbreidingen, de minimale kortsluitstroombijdrage van elektriciteitsproductie-eenheden met een vooraf bepaalde minimum inzet en aangesloten op het desbetreffende net, en met de minimale kortsluitstroombijdrage van alle aangrenzende netten;
- d.
het HVDC-systeem ten behoeve van de berekening van het kortsluitvermogen is verondersteld te zijn uitgeschakeld.