Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken
Artikel 20 ‘Real-time’ vergaring van verkeersgegevens
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2004
- Bronpublicatie:
23-11-2001, Trb. 2004, 290 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2001, Trb. 2004, 290 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / ICT
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig zijn om aan haar bevoegde autoriteiten de bevoegdheid te verlenen om;
- a.
in ‘real-time’ verkeersgegevens die betrekking hebben op specifieke communicatie die op het grondgebied van die Partij plaatsvindt door middel van een computersysteem, te vergaren of vast te leggen met gebruikmaking van de op het grondgebied van die Partij bestaande technische middelen; en
- b.
een serviceprovider, binnen zijn bestaande technische mogelijkheden, ertoe te verplichten om:
- i.
in ‘real-time’ verkeersgegevens die betrekking hebben op specifieke communicatie die dat op het grondgebied van die Partij plaatsvindt door middel van een computersysteem, te vergaren of vast te leggen met gebruikmaking van de op het grondgebied van die Partij bestaande technische middelen; of
- ii.
bij de vergaring of vastlegging van de onder i bedoelde gegevens met de bevoegde autoriteiten samen te werken en deze te helpen.
2.
Wanneer een Partij vanwege in haar nationale rechtsstelsel verankerde beginselen de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde maatregelen niet kan invoeren, kan zij in plaats daarvan de nodige wettelijke en andere maatregelen treffen om de real-time vergaring of vastlegging van verkeersgegevens betreffende specifieke, op haar grondgebied verzonden communicatie, te waarborgen door middel van de toepassing van de op dat grondgebied bestaande technische middelen.
3.
Iedere Partij neemt de wetgevende en andere maatregelen die nodig zijn om een serviceprovider te verplichten tot geheimhouding van de uitoefening van enige in dit artikel bedoelde bevoegdheid en van iedere informatie daaromtrent.
4.
Op de in dit artikel bedoelde bevoegdheden en procedures zijn de artikelen 14 en 15 van toepassing.