Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1931/2006 tot vaststelling van regels inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten en tot wijziging van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst
Artikel 3 Definities
Geldend
Geldend vanaf 19-01-2012
- Bronpublicatie:
13-12-2011, PbEU 2011, L 347 (uitgifte: 30-12-2011, regelingnummer: 1342/2011)
- Inwerkingtreding
19-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2011, PbEU 2011, L 347 (uitgifte: 30-12-2011, regelingnummer: 1342/2011)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
‘landbuitengrens’: de gemeenschappelijke landgrens tussen een lidstaat en een aangrenzend derde land;
- 2.
‘grensgebied’: een gebied dat niet verder gaat dan 30 km vanaf de grenslijn. De plaatselijke administratieve districten die moeten worden beschouwd als grensgebied, worden door de betrokken staten in hun bilaterale overeenkomsten, zoals bedoeld in artikel 13, gespecificeerd. Indien een deel van een dergelijk district zich verder dan 30, maar niet meer dan 50 km van de grenslijn bevindt, wordt het niettemin beschouwd als een deel van het grensgebied. De in de bijlage bij deze verordening vermelde gebieden worden als deel van het grensgebied beschouwd;
- 3.
‘klein grensverkeer’: de regelmatige overschrijding van een landbuitengrens door grensbewoners voor een verblijf in een grensgebied bijvoorbeeld omwille van sociale, culturele of aangetoonde economische redenen of wegens familiale omstandigheden, en voor een periode die de bij deze verordening vastgestelde termijn niet overschrijdt;
- 4.
‘personen die onder het Gemeenschapsrecht inzake vrij verkeer vallen’:
- i)
de burgers van de Unie in de zin van artikel 17, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en onderdanen van derde landen die familielid zijn van een burger van de Unie die zijn recht van vrij verkeer uitoefent en waarop Richtlijn 2004/38/EG(1) van toepassing is;
- ii)
de onderdanen van derde landen en hun familieleden die, ongeacht hun nationaliteit, uit hoofde van overeenkomsten tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en die landen, anderzijds, rechten van vrij verkeer genieten die gelijkwaardig zijn aan het recht van burgers van de Unie;
- 5.
‘onderdaan van een derde land’: eenieder die geen burger van de Unie is in de zin van artikel 17, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en niet onder toepassing van punt 4 valt;
- 6.
‘grensbewoners’: onderdanen van derde landen die legaal in het grensgebied van een buurland van een lidstaat verblijven sinds een bij bilaterale overeenkomst zoals bedoeld in artikel 13, nader te specificeren periode, die niet korter is dan één jaar. In uitzonderlijke, naar behoren gemotiveerde en in die bilaterale overeenkomst nader te omschrijven gevallen kan ook een verblijfsperiode van minder dan één jaar volstaan;
- 7.
‘vergunning voor klein grensverkeer’: het bij hoofdstuk III ingevoerde speciale document op grond waarvan de grensbewoners een landbuitengrens in het kader van de regeling inzake klein grensverkeer mogen overschrijden;
- 8.
‘Schengenuitvoeringsovereenkomst’: de Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen tussen de regeringen van de Beneluxstaten, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek ondertekende Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen(2).
Voetnoten
Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77, gerectificeerd in PB L 229 van 29.6.2004, blz. 35).
PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19. Overeenkomst laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1160/2005 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 22.7.2005, blz. 18).