No. IV

Ambassade van het

Koninkrijk der Nederlanden

Washington

De Ambassadeur der Nederlanden biedt zijn complimenten aan de waarnemend Minister van Buitenlandse Zaken aan en heeft de eer te verwijzen naar de nota van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van 15 september 1955, betreffende zekere beperkingen en afspraken welke noodzakelijk zijn bij uitbreiding tot de Nederlandse Antillen van de werking van het op 29 april 1948 te Washington ondertekende Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot belastingen van inkomsten en bepaalde andere belastingen, als gewijzigd bij het op 1 december 1948 te Washington ondertekende Protocol van uitwisseling van bekrachtigingsoorkonden, en te wijzigen als uiteengezet in het op 15 juni 1955 te Washington ondertekende Protocol ter aanvulling van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot belastingen op inkomsten en bepaalde andere belastingen ter vergemakkelijking van de uitbreiding tot de Nederlandse Antillen.

De noodzakelijke beperkingen en afspraken zijn de volgende:

(zoals in No. III (punten 1 tot en met 5))

In de hierboven bedoelde nota van het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt eveneens gezegd dat het, vanwege het door de Senaat vastgestelde beleid inzake bepalingen aangaande hulp bij het innen van belastingen, noodzakelijk is nog het volgende overeen te komen:

(zoals in No. III (op twee na de laatste alinea))

Dr. van Roijen deelt hierbij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika mede, dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, na overleg met de Regering van de Nederlandse Antillen, de inhoud van voorgaande alinea aanvaardt en instemt met de elders in deze nota uiteengezette beperkingen en afspraken.