Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Haags Bewijsverdrag 1970
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 07-06-1981
- Bronpublicatie:
11-12-1980, Stb. 1980, 653 (uitgifte: 19-12-1980, kamerstukken: 15661 )
- Inwerkingtreding
07-06-1981
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-05-1981, Stb. 1981, 280 (uitgifte: 01-01-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Wet van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding bestaat om voorzieningen te treffen tot uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: