Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 16-03-1983
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1980, 159).
- Bronpublicatie:
13-11-1979, Trb. 1980, 21 (uitgifte: 20-02-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-03-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-03-1983, Trb. 1983, 159 (uitgifte: 18-11-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
De Verdragsluitende Partijen benadrukken de noodzaak van de tenuitvoerlegging van het bestaande ‘programma tot samenwerking voor de bewaking en de evaluatie van het transport van luchtverontreinigende stoffen over lange afstand in Europa’ (hierna te noemen het EMEP) en komen overeen dat bij de uitbreiding van dit programma het volgende centraal zal komen te staan:
- a)
de wenselijkheid dat de Verdragsluitende Partijen zich aansluiten bij het EMEP, welk programma in een eerste stadium is gebaseerd op de bewaking van zwaveldioxyde en aanverwante stoffen en dit volledig ten uitvoer leggen;
- b)
de noodzaak, waar zulks mogelijk is, vergelijkbare of genormaliseerde bewakingsmethoden te gebruiken;
- c)
de wenselijkheid dat het bewakingsprogramma wordt gesitueerd in het kader van zowel nationale als internationale programma's. De oprichting van bewakingsstations en de verzameling van gegevens vallen onder de rechtsmacht van het land waar de bewakingsstations worden gevestigd;
- d)
de wenselijkheid dat er een kader wordt ontworpen voor een op samenwerking gebaseerd milieubewakingsprogramma, dat berust op en waarbij rekening wordt gehouden met de huidige en toekomstige nationale, subregionale, regionale en andere internationale programma's;
- e)
de noodzaak gegevens uit te wisselen met betrekking tot de emissies over nader vast te stellen perioden van onderling overeengekomen luchtverontreinigende stoffen, te beginnen met zwaveldioxyde, voor gebiedsrasters van overeengekomen grootte, of met betrekking tot de stromen van overeengekomen luchtverontreinigende stoffen, te beginnen met zwaveldioxyde, over de landsgrenzen, over nader vast te stellen afstanden en perioden. De methode, met inbegrip van het model, gebruikt voor de bepaling van de stromen alsmede de methode, met inbegrip van het model, gebruikt voor de bepaling van het transport van luchtverontreinigende stoffen, gebaseerd op de emissies per gebiedsraster, worden ter beschikking gesteld en worden op gezette tijden met het oog op eventuele verbetering opnieuw bezien;
- f)
de bereidheid de uitwisseling en periodieke bijwerking van nationale gegevens met betrekking tot totale emissies van overeengekomen luchtverontreinigende stoffen, te beginnen met zwaveldioxyde, voort te zetten;
- g)
de noodzaak meteorologische en fysisch-chemische gegevens te verschaffen met betrekking tot de processen, die zich voordoen tijdens het transport van de luchtverontreinigende stoffen;
- h)
de noodzaak zorg te dragen voor de bewaking van chemische componenten in andere natuurlijke milieus, zoals water, bodem en vegetatie en een soortgelijk bewakingsprogramma in te stellen om de gevolgen voor gezondheid en milieu te registreren;
- i)
de wenselijkheid dat de nationale EMEP-netwerken worden uitgebreid, opdat deze kunnen worden aangewend voor controle- en bewakingsdoeleinden.