Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 168/2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten
Artikel 22 Fraudebestrijding
Geldend
Geldend vanaf 23-02-2007
- Bronpublicatie:
15-02-2007, PbEU 2007, L 53 (uitgifte: 22-02-2007, regelingnummer: 168/2007)
- Inwerkingtreding
23-02-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-02-2007, PbEU 2007, L 53 (uitgifte: 22-02-2007, regelingnummer: 168/2007)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Staatsrecht / Grondrechten
1.
Om fraude, corruptie en andere ongeoorloofde activiteiten te bestrijden is Verordening (EG) nr. 1073/1999 zonder beperkingen op het Bureau van toepassing.
2.
Het Bureau treedt toe tot het interinstitutioneel akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (1)en stelt onverwijld de passende voorschriften vast die op al zijn personeelsleden van toepassing zijn.
3.
De financieringsbesluiten en de eruit voortvloeiende uitvoeringsovereenkomsten en -instrumenten bepalen uitdrukkelijk dat de Rekenkamer en het OLAF, indien nodig, bij de begunstigden van middelen van het Bureau en bij de tussenpersonen die deze middelen verdelen, tot controle ter plaatse kunnen overgaan.
Voetnoten
PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.