Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004
Artikel 9 Inspectie van schepen
Geldend
Geldend vanaf 08-09-2017
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2021, 71).
- Bronpublicatie:
13-02-2004, Trb. 2005, 44 (uitgifte: 23-02-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2016, Trb. 2016, 161 (uitgifte: 12-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Waterrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Een schip waarop dit Verdrag van toepassing is, kan in elke haven of laad- of losplaats buitengaats van een andere Partij geïnspecteerd worden door die Partij naar behoren gemachtigde functionarissen teneinde te bepalen of het schip voldoet aan dit Verdrag. Onder voorbehoud van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, is een dergelijke inspectie beperkt tot:
- a.
het verifiëren of er een geldig certificaat aan boord is, dat, indien geldig, wordt aanvaard; en
- b.
inspectie van het ballastwaterjournaal, en/of
- c.
bemonsteren van het ballastwater van het schip, hetgeen wordt verricht in overeenstemming met de door de Organisatie op te stellen richtlijnen. De tijd die nodig is voor het analyseren van de monsters mag evenwel niet worden gebruikt als grond voor onnodige vertraging van de exploitatie, verplaatsing of het vertrek van het schip.
2.
Indien op het schip geen geldig certificaat aanwezig is of er duidelijke gronden zijn om aan te nemen dat:
- a.
de toestand van het schip of zijn uitrusting niet wezenlijk overeen komen met de gegevens op het certificaat; of
- b.
de kapitein of bemanning niet vertrouwd zijn met de essentiële procedures aan boord aangaande ballastwaterbeheer of deze procedures niet hebben geïmplementeerd; kan een grondige inspectie worden ver richt.
3.
In de omstandigheden omschreven in het tweede lid van dit artikel, neemt de Partij die de inspectie verricht de nodige stappen om te waarborgen dat het schip geen ballastwater loost totdat zulks mogelijk is zonder gevaar voor het milieu, de gezondheid van de mens of voor goederen of hulpbronnen.