Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Australië inzake sociale zekerheid
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2003
- Bronpublicatie:
02-07-2001, Trb. 2002, 95 (uitgifte: 10-05-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-2003, Trb. 2003, 107 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Tenzij het zinsverband anders vereist, wordt in dit Verdrag verstaan onder:
‘uitkering’: met betrekking tot een Partij, een uitkering, pensioen of bijslag waarin de wetgeving van die Pattij voorziet, met inbegrip van ieder bijkomend bedrag, iedere bijkomende verhoging of aanvulling waarvoor een rechthebbende in aanmerking komt ingevolge de wetgeving van die Partij, maar voor Australië omvat deze begripsomschrijving niet een uitkering, betaling of recht ingevolge de wet betreffende pensioengaranties en voor Nederland niet een uitkering, betaling of recht ingevolge de Toeslagenwet (TW);
‘bevoegde autoriteit’: wat Australië betreft, de Secretary to the Commonwealth Department die verantwoordelijk is voor de in artikel 1[lees: artikel 2], eerste lid, onderdeel a, onder i, bedoelde wetgeving behalve wat betreft de toepassing van Deel II, Afdeling A van het Verdrag (met inbegrip van de toepassing van andere Delen van het Verdrag waar zij van invloed zijn op de toepassing van dat Deel) indien het de Commissioner of Taxation of een bevoegde vertegenwoordiger van de Commissioner betreft, en wat Nederland betreft, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
‘bevoegd orgaan’: wat Australië betreft, het orgaan dat tot taak heeft de toepasselijke Australische wetgeving uit te voeren en wat Nederland betreft, het orgaan dat belast is met de uitvoering van de wetgeving van Nederland genoemd in artikel 2 en dat bevoegd is ingevolge die wetgeving;
‘wetgeving’: wat Australië betreft, de in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder i, genoemde wetten behalve wat betreft de toepassing van Deel II, Afdeling A van het Verdrag (met inbegrip van de toepassing van andere delen van het Verdrag waar zij van invloed zijn op de toepassing van dat Deel) indien het de wet genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, onder ii, betreft en wat Nederland betreft, de wetten, voorschriften en administratieve regelingen betreffende de stelsels en takken van sociale zekerheid genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel b;
‘verzekeringstijdvak’: een tijdvak dat in de wetgeving van Nederland als zodanig wordt omschreven;
‘woonwerktijdvak in Australië’: met betrekking tot een persoon, een tijdvak dat in de wetgeving van Australië als zodanig wordt omschreven, met uitzondering van een tijdvak dat ingevolge artikel 10 wordt beschouwd als een tijdvak waarin die persoon inwoner van Australië was;
‘grondgebied’: wat Australië betreft, het Gemenebest van Australië, het Territorium Cocos- (of Keeling-)eilanden en het Territorium Christmas Eiland, en wat Nederland betreft, het grondgebied van het Koninkrijk in Europa; en
‘weduwe/weduwnaar’: wat Australië betreft, een weduwe of weduwnaar de jure, met uitzondering van weduwen of weduwnaren die een partner hebben.
2.
Voor de toepassing van dit Verdrag door een Partij ten aanzien van een persoon heeft ieder begrip dat in dit artikel niet wordt omschreven de betekenis die eraan wordt gegeven in de wetgeving van één van beide Partijen, tenzij het zinsverband anders vereist.