Protocol betreffende de invoer in de Europese Unie van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieprodukten
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2009
- Redactionele toelichting
Zie voor de partijgegevens van deze versie het Verdrag van Lissabon.
- Bronpublicatie:
13-12-2007, Trb. 2008, 11 (uitgifte: 01-02-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2010, Trb. 2010, 43 (uitgifte: 05-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
1.
Indien een Lid-Staat oordeelt dat invoer van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieprodukten welke rechtstreeks of via een andere Lid-Staat overeenkomstig artikel 2 plaatsvindt, werkelijke moeilijkheden op zijn markt veroorzaakt en dat onmiddellijk optreden noodzakelijk is om daaraan het hoofd te bieden, mag hij op eigen initiatief besluiten, op deze invoer douane-rechten toe te passen die niet hoger zijn dan de douane-rechten die tegenover derde landen voor dezelfde produkten van toepassing zijn. Hij brengt dit besluit ter kennis van de Commissie, die binnen één maand beslist of de door deze Staat getroffen maatregelen mogen worden gehandhaafd, dan wel dienen te worden gewijzigd of opgeheven. Artikel 3, lid 3, is op dit besluit van de Commissie van toepassing.
2.
Wanneer de invoer van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieprodukten welke rechtstreeks of via een andere Lid-Staat overeenkomstig artikel 2 plaatsvindt in één of meer Lid-Staten van de E.U. gedurende één kalenderjaar de in de Bijlage van dit Protocol vastgestelde hoeveelheden overschrijdt, worden de eventueel krachtens lid 1 door deze Lid-Staat of Lid-Staten getroffen maatregelen voor het lopende kalenderjaar rechtmatig geacht; na zich ervan te hebben overtuigd dat de vastgestelde hoeveelheid is bereikt, neemt de Commissie nota van de getroffen maatregelen. In dit geval zien de andere Lid-Staten ervan af zich tot de Raad te wenden.