Einde inhoudsopgave
Europese overeenkomst inzake de bescherming van dieren tijdens internationaal vervoer (herzien)
Artikel 27 Bijzondere bepalingen voor het vervoer over de weg
Geldend
Geldend vanaf 14-03-2006
- Bronpublicatie:
06-11-2003, Trb. 2007, 103 (uitgifte: 04-06-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-11-2003, Trb. 2007, 103 (uitgifte: 04-06-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Algemeen
1.
Voertuigen waarin dieren worden vervoerd dienen te zijn voorzien van duidelijke en goed zichtbare merktekens ter aanduiding van de aanwezigheid van levende dieren.
2.
Bestuurders van de voertuigen dienen gelijkmatig op te trekken, te remmen en van richting te veranderen.
3.
De voertuigen dienen te zijn voorzien van een passende uitrusting voor in- en uitladen die voldoet aan de in artikel 13 van deze Overeenkomst gestelde eisen.
4.
Er dient van elke gelegenheid gebruik te worden gemaakt om de dieren te controleren, zoals voorzien in artikel 24 van deze Overeenkomst, telkens wanneer het voertuig stopt of de weersomstandigheden veranderen.