Einde inhoudsopgave
Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang
Artikel 8 Verwijdering uit het landelijk register kinderopvang
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 25-05-2018
- Bronpublicatie:
11-07-2018, Stb. 2018, 249 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-07-2018, terugwerkend tot: 25-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2018, Stb. 2018, 250 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Toeslagen (V)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
1.
Het college kan besluiten tot intrekking van een beschikking en verwijdering van een kinderopvangvoorziening uit het landelijk register kinderopvang als bedoeld in artikel 1.46, vijfde en zesde lid, van de wet, indien:
- a.
is gebleken dat de houder niet langer de kinderopvangvoorziening exploiteert en er geen verzoek tot wijziging als bedoeld in artikel 7, derde lid, is ingediend;
- b.
uit een onderzoek als bedoeld in artikel 1.62, tweede tot en met vijfde lid, van de wet of anderszins is gebleken dat de houder in strijd handelt met het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk I[lees: 1], afdeling 3, paragrafen 2 of 3 van de wet.
2.
Het college verwijdert de aanduiding aanbod voorschoolse educatie, indien aan de kinderopvangvoorziening daarvoor geen subsidie meer wordt verstrekt.
3.
De verwerker stelt de gastouders die volgens het landelijk register kinderopvang gebruik maken van de diensten van een gastouderbureau in kennis van de verwijdering van dat gastouderbureau.
4.
Het college maakt de verwijdering van een kinderopvangvoorziening, niet zijnde een voorziening voor gastouderopvang, uit het landelijk register kinderopvang bekend in een lokaal verspreid dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad dan wel op een gemeentelijke website.
5.
De verwijdering uit het landelijk register kinderopvang, bedoeld in het eerste en tweede lid, en de bekendmaking, bedoeld in het derde en vierde lid, vinden onverwijld plaats.
6.
Het college kan een kinderopvangvoorziening uit het landelijk register kinderopvang verwijderen indien drie maanden na de inschrijving de opvang- of bemiddelingsactiviteiten van de kinderopvangvoorziening niet daadwerkelijk zijn begonnen.
7.
Bij verwijdering van een kinderopvangvoorziening uit het landelijk register kinderopvang blijft deze voorziening onder het unieke registratienummer in het landelijk register kinderopvang zichtbaar met de status ‘niet meer geregistreerd’ en met de datum van ingang van die status, die op of na de datum ligt waarop de verwijdering door het college in het landelijk register kinderopvang is verwerkt.
8.
De termijn, bedoeld in artikel 1.47b, vierde lid, van de wet, bedraagt vier maanden te rekenen vanaf de datum waarop de inschrijving van het gastouderbureau uit het landelijk register kinderopvang is verwijderd.