Einde inhoudsopgave
Internationale Gezondheidsregeling (2005)
Artikel 13 Maatregelen op het gebied van de volksgezondheid
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2007
- Bronpublicatie:
23-05-2005, Trb. 2007, 34 (uitgifte: 19-02-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-06-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2006, Trb. 2006, 73 (uitgifte: 04-04-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Elke Staat die Partij is, ontwikkelt, versterkt en handhaaft, zo snel mogelijk maar uiterlijk vijf jaar nadat deze Regeling voor die Staat die Partij is in werking is getreden, de capaciteit om onverwijld en doeltreffend te reageren op volksgezondheidsrisico's en noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang zoals vervat in Bijlage 1. De WHO publiceert, in overleg met de lidstaten, richtlijnen ter ondersteuning van Staten die Partij zijn bij de ontwikkeling van capaciteit betreffende maatregelen op het gebied van de volksgezondheid.
2.
Na de in Bijlage 1, Deel A, tweede lid, bedoelde beoordeling kan een Staat die Partij is verslag uitbrengen aan de WHO op basis van een gerechtvaardigde behoefte en een implementatieplan en zodoende een verlenging van twee jaar verkrijgen waarin hij moet voldoen aan de verplichting van het eerste lid van dit artikel. In uitzonderlijke omstandigheden, en ondersteund door een nieuw implementatieplan, kan de Staat die Partij is om een verdere verlenging van ten hoogste twee jaar verzoeken bij de Directeur-Generaal, die een beslissing zal nemen rekening houdend met het technisch advies van de ingevolge artikel 50 ingestelde Commissie. Na het in het eerste lid van dit artikel genoemde tijdvak brengt de Staat die Partij is die de verlenging heeft verkregen jaarlijks verslag uit aan de WHO omtrent de voortgang die geboekt is bij de verwezenlijking van de volledige implementatie.
3.
Op verzoek van een Staat die Partij is, verleent de WHO medewerking bij de bestrijding van volksgezondheidsrisico's en overige gebeurtenissen door technische adviezen en assistentie te geven en door de doeltreffendheid van de genomen bestrijdingsmaatregelen te beoordelen, met inbegrip van de mobilisatie van internationale teams van deskundigen ten behoeve van assistentie ter plaatse, wanneer noodzakelijk.
4.
Indien de WHO, in overleg met de betrokken Staten die Partij zijn als voorzien in artikel 12, vaststelt dat zich een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang voordoet, kan zij, in aanvulling op de in het derde lid van dit artikel bedoelde ondersteuning, verdere assistentie aanbieden aan de Staat die Partij is, met inbegrip van een beoordeling van de ernst van het internationale risico en de doeltreffendheid van de bestrijdingsmaatregelen. Dergelijke samenwerking kan het aanbod om internationale assistentie te mobiliseren omvatten teneinde de nationale autoriteiten te ondersteunen bij het uitvoeren en coördineren van beoordelingen ter plaatse. Op verzoek van de Staat die Partij is, verstrekt de WHO informatie ter ondersteuning van een dergelijk aanbod.
5.
Op verzoek van de WHO dienen de Staten die Partij zijn, voor zover mogelijk, ondersteuning te verlenen aan door de WHO gecoördineerde bestrijdingsmaatregelen.
6.
Op verzoek geeft de WHO adviezen en ondersteuning aan andere Staten die Partij zijn die getroffen zijn of bedreigd worden door de noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang.