FED 2003/90
Voor toepassing van art. 56 IW 1990 is aansprakelijkstelling door de ontvanger niet vereist. Geen rechtstreekse doorwerking van bewijsregels van art. 2:138/248, tweede lid, BW in WBA-procedures
HR 18-10-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE5152, m.nt. J.B.S. Hijink (Schaap/Stichting Wooncompagnie)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 oktober 2002
- Zaaknummer
C01/075HR
- Noot
J.B.S. Hijink
- LJN
AE5152
- Roepnaam
Schaap/Stichting Wooncompagnie
- JCDI
JCDI:ADS236936:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Invordering (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE5152, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑10‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE5152, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2002
Essentie
Voor toepassing van art. 56 IW 1990 is aansprakelijkstelling door de ontvanger niet vereist. Geen rechtstreekse doorwerking van bewijsregels van art. 2:138/248, tweede lid, BW in WBA-procedures
Uitspraak
Eiser tot cassatie,
tegen
1. De Stichting Volkshuisvestingsgroep Wooncompagnie, als rechtsopvolgster van de Stichting Wooncompagnie, gevestigd te Schagen,
2. De Stichting Woningstichting Hoorn, gevestigd te Hoorn,
3 Beoordeling van het middel
3.1 Het gaat in dit geding om het volgende. De in 1993 gefailleerde besloten vennootschap BV v/h firma gebroeders A (hierna: A) heeft voor (rechtsvoorgangsters van) de Woningstichtingen werkzaamheden in onderaanneming verricht. A is op 8 september 1994 ontbonden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.