V-N 2006/11.9
INKOMSTENBELASTING Geruisloze inbreng. Verwijzingshof onthield belanghebbende ten onrechte de geruisloze inbrengfaciliteit (art. 18 Wet IB 1964)
HR 03-02-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV0824, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 februari 2006
- Zaaknummer
41 754
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AV0824
- JCDI
JCDI:ADS905068:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AV0824, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑2006
Essentie
INKOMSTENBELASTING Geruisloze inbreng. Verwijzingshof onthield belanghebbende ten onrechte de geruisloze inbrengfaciliteit (art. 18 Wet IB 1964)
Samenvatting
Belanghebbende, X, wil zijn eenmanszaak geruisloos omzetten in een BV. Hij verzoekt eind 1996 om toepassing van de geruisloze inbrengfaciliteit. Met ingang van 1 januari 1997 gaat de BV een commanditaire vennootschap aan, met twee voormalige werknemers van X. De voormalig werknemers worden beherend vennoot; de BV wordt commanditair vennoot. De CV wordt voor vijf jaar aangegaan. De inspecteur staat het verzoek niet toe, omdat de inbreng van de onderneming onderdeel uitmaakt van een geheel van rechtshandelingen gericht op de vervreemding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.