FED 2004/309
HR, 28-05-2004, nr. 38 441
HR 28-05-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AH2784
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 mei 2004
- Zaaknummer
38 441
- LJN
AH2784
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AH2784, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑05‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AH2784, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2004
- Wetingang
Samenvatting
Zaak wordt verwezen nu hof onjuiste lezing heeft gegeven van subsidiaire standpunt inspecteur.
Uitspraak
De Hoge Raad oordeelt dat Hof Arnhem niet zonder meer kon oordelen dat de door belanghebbende betaalde geldboete aftrekbaar was. Het hof heeft namelijk een verkeerde lezing gegeven van het subsidiaire standpunt van de inspecteur. De zaak wordt verwezen naar Hof 's-Hertogenbosch voor een hernieuwde beoordeling van het standpunt dat de geldboete niet opgevoerd kan worden als kosten voor werkzaamheden waartegenover geen inkomsten hebben gestaan.
Belanghebbende, X, is door een Duitse rechter veroordeeld tot een geldboete wegens het toebrengen van lichamelijk letsel in 1996 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.