BNB 1994/113
HR, 02-03-1994, nr. 29 559
HR 02-03-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5606
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 maart 1994
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
29 559
- LJN
ZC5606
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC5606, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑03‑1994
- Wetingang
Samenvatting
Waardering van winkelpand
Belanghebbende is aangeslagen in de onroerend-goedbelastingen wegens genot krachtens zakelijk recht van een winkelpand.
HR: daar de rechter gehouden is ambtshalve de rechtsgronden aan te vullen, was het Hof niet gebonden aan de eenstemmige maar rechtens onjuiste zienswijze van partijen volgens welke de roltrap en de lift van het onderhavige winkelpand werktuigen zijn in de zin van art. 5, letter a, Besluit OGB.
's Hofs oordeel dat niet aannemelijk is gemaakt dat de huurwaarde van het winkelpand hoger zou zijn indien het zou zijn gesplitst, brengt mee dat voor de waardebepaling niet met een splitsing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.