BNB 2000/302
Boete wegens te late indiening aangifte. Voorlopige aanslagen, vastgesteld nadat de aangifte had moeten zijn gedaan
HR 14-06-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6209
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 2000
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
35 446
- LJN
AA6209
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6209, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑2000
- Wetingang
Art. 9, derde lid, AWR - tekst tot 1 januari 1998
Essentie
Boete wegens te late indiening aangifte. Voorlopige aanslagen, vastgesteld nadat de aangifte had moeten zijn gedaan
Samenvatting
Door een straf te stellen op het niet-tijdig doen van aangifte is beoogd verstoring van de heffing en invordering van de belasting te voorkomen. Voorlopige aanslagen die zijn vastgesteld, kunnen de dan reeds ingetreden verstoring van de heffing en invordering als gevolg van het niet voldoen aan de plicht tijdig aangifte te doen, niet meer verhinderen. Zij kunnen dus niet worden gelijkgesteld aan te verrekenen voorheffingen.
Uitspraak
ARREST ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.