FED 1999/57
HR, 16-12-1998, nr. 34 046
HR 16-12-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2595
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1998
- Zaaknummer
34 046
- LJN
AA2595
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2595, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1998
- Wetingang
Art. 16 AWR
Uitspraak
Belanghebbende, X, is gehuwd met C, die een aanmerkelijk belang (ab) had. In december 1993 verkocht C haar aandelen en behaalde daarbij een ab-winst. Een afschrift van de notariële leveringsakte is op 10 februari 1994 bij de Belastingdienst ingekomen. In zijn aangiftebiljet 1993 deed X, die het hoogste persoonlijke inkomen had, geen aangifte van de ab-winst. De aangifte werd op 6 januari 1995 gedaan. In geschil is of aan X een navorderingsaanslag kan worden opgelegd.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad:
Aan zijn oordeel dat de inspecteur voor het opleggen van de navorderingsaanslag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.