FED 1987/222
Een object dat niet als het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen als bedoeld in art. 5, achtste lid, van de Zesde richtlijn valt aan te merken, is geen onderneming in de zin van art. 31 der wet. Een verhuurde bedrijfshal met kantoor dient niet te worden aangemerkt als het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen in de zin van voornoemd art. 5, achtste lid.
HR 04-02-1987, ECLI:NL:HR:1987:BH6900, m.nt. A.E. de Moor
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 1987
- Magistraten
Royer; Stol; Jansen; Linden, Van Der; Roelvink; Soest, Van
- Zaaknummer
23 945
- Noot
A.E. de Moor
- LJN
BH6900
- JCDI
JCDI:ADS205332:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:BH6900, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑1987
- Wetingang
Art. 31 Wet OB 1968
Essentie
Een object dat niet als het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen als bedoeld in art. 5, achtste lid, van de Zesde richtlijn valt aan te merken, is geen onderneming in de zin van art. 31 der wet. Een verhuurde bedrijfshal met kantoor dient niet te worden aangemerkt als het geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen in de zin van voornoemd art. 5, achtste lid.
Uitspraak
Vaststaat:
Belanghebbende, de fiscale eenheid X Projectontwikkeling BV/X Leasing NV te Z, vormt een onderdeel van het X-bank concern. Ter veiling van 27 oktober en 3 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.