BNB 1996/174
Kans dat ontwikkelingskrediet niet behoeft te worden terugbetaald; invloed op investeringsbijdrage en desinvesteringsbetaling
HR 07-02-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1837, m.nt. J.A.G. van der Geld
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 februari 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van
- Zaaknummer
29635
- Noot
J.A.G. van der Geld
- LJN
AA1837
- JCDI
JCDI:ADS887511:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1837, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑02‑1996
- Wetingang
Art. 61a, eerste lid, enart. 61b, vierde lid, Wet IB 1964 - tekst 1986
Essentie
Kans dat ontwikkelingskrediet niet behoeft te worden terugbetaald; invloed op investeringsbijdrage en desinvesteringsbetaling
Samenvatting
Belanghebbende ontvangt voor de ontwikkeling van een slijpmachine een ontwikkelingskrediet van de Minister van Economische Zaken. Het Hof stelt de kans dat dit krediet moet worden terugbetaald op 40%; de investeringsbijdragen voor de ontwikkelingskosten dienden te worden berekend over het bedrag van die kosten, verminderd met (per saldo) 60% van het krediet. De Inspecteur heeft deze vermindering niet toegepast.
Als later blijkt dat het krediet niet behoeft te worden terugbetaald, zijn slechts - anders dan de Staatssecretaris in cassatie aanvoert - over 40% daarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.