FED 2003/352
Enigszins misleidend verzoek om huiszoeking leidt in casu niet tot onrechtmatig verkregen bewijs
HR 01-11-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE9619, m.nt. J.J. Vetter
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 november 2002
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
37738
- Noot
J.J. Vetter
- LJN
AE9619
- JCDI
JCDI:ADS234431:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE9619, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑11‑2002
- Wetingang
Essentie
Enigszins misleidend verzoek om huiszoeking leidt in casu niet tot onrechtmatig verkregen bewijs
Samenvatting
Verzoek om rechtshulp aan Franse autoriteiten (verzoek tot huiszoeking) in casu enigszins misleidend geformuleerd edoch niet zozeer dat sprake is van (vruchten van) onrechtmatig verkregen bewijs. Aan gewraakte onjuiste passage komt geen zelfstandige betekenis toe.
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1992.
VASTSTAAT:
2.1 Belanghebbende, geboren in 1928, dreef vanaf 1977 tot 1 januari 1993 een eenmans-advocatenpraktijk te A. Tevens was hij vanaf 1972 rechter-plaatsvervanger in de rechtbank te B en, in 1991 en 1992, deeltijd-rechter in die rechtbank.
2.2 Tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.