V-N 2002/28.28
BELASTINGEN VAN RECHTSVERKEER. ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN Overdrachtsbelasting. Driejaarstermijn inbrengvrijstelling niet strijdig met beginsel van behoorlijke wetgeving
Hof Amsterdam 26-02-2002, ECLI:NL:GHAMS:2002:AE0334, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
26 februari 2002
- Magistraten
Dutmer; Onnes; Goes
- Zaaknummer
99/4084
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AE0334
- JCDI
JCDI:ADS902423:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2002:AE0334, Uitspraak, Hof Amsterdam, 26‑02‑2002
- Wetingang
Art. 15, eerste lid, onderdeel e, Wet BRV (oud)
Essentie
BELASTINGEN VAN RECHTSVERKEER. ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN Overdrachtsbelasting. Driejaarstermijn inbrengvrijstelling niet strijdig met beginsel van behoorlijke wetgeving
Samenvatting
Belanghebbende is opgericht op 31 juli 1996. Daarbij is onder gebruikmaking van de faciliteit van art. 18 van de Wet IB 1964 en de vrijstelling van art. 15, eerste lid, aanhef en onderdeel e, van de Wet BRV een onderneming ingebracht. Tot de onderneming behoorden onder meer onroerende zaken, vee en een melkquotum. In het najaar van 1998 heeft belanghebbende de onderneming feitelijk beëindigd. Bij notariële akte, verleden op 1 september 1998, heeft zij de voormelde onroerende zaken verkocht voor f 3 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.