Inhoudsopgave
WFR 1976/165:De toepassing van artikel 4 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
WFR 1976/165
De toepassing van artikel 4 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Documentgegevens:
Mr. A. Dinnissen, datum 01-01-1976
- Datum
01-01-1976
- Auteur
Mr. A. Dinnissen
- JCDI
JCDI:ADS725258:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Hoofdstuk I van de Wet Vpb regelt de subjectieve belastingplicht. In artikel 2, lid 1, zijn onder meer de volgende (binnenlandse) belastingplichtige lichamen vermeld:
letters a, b en c: vennootschappen met een in aandelen verdeeld kapitaal, cooperatieve verenigingen en onderlinge verzekeringsmaatschappijen.
letter d: niet onder a, b of c vermelde privaatrechtelijke rechtspersonen en verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid indien en voorzover zij een onderneming drijven.
Een eerste onderscheid tussen deze beide groepen van belastingplichtige lichamen bestaat hierin dat voor de lichamen, vermeld onder de letters a, b en c, het drijven van een onderneming niet als vereiste wordt gesteld. Vervolgens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.