BNB 1993/234
HR, 07-07-1993, nr. 28 171
HR 07-07-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5399, m.nt. Van Dijck
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juli 1993
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Herrmann
- Zaaknummer
28 171
- Noot
Van Dijck
- LJN
ZC5399
- JCDI
JCDI:ADS887124:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5399, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑07‑1993
- Wetingang
(Art. 45, vierde lid, Wet IB 1964 - tekst 1987)
Samenvatting
Bij de hoofdsom gevoegde en ook zelf rentedragend geworden rente waarvan aflossing in het geheel niet aannemelijk is, komt niet voor aftrek in aanmerking
Een rentedragende schuld van belanghebbende, die bij het begin van het jaar f 125 365 bedroeg, beliep aan het einde van het jaar waarin daarop niets werd afgelost, vermeerderd met de vervallen en ook zelf rentedragend geworden rente, f 136 108.
Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende in het onderhavige jaar niet in staat was f 14 668,03 aan rente te voldoen en redelijkerwijs daartoe in latere jaren evenmin in staat moest worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.