FED 1987/63
Het fabricage- en opslagdoel van de in een gebouw opgestelde gereed-produktsilo is niet gelijk aan het gebruiksdoel van het gebouw, zijnde het bieden van onderdak. Derhalve is de silo niet onmiddellijk en uitsluitend dienstbaar aan de bedrijfshal. Een rechtens verdedigbaar standpunt sluit opzet of grove schuld uit, zodat een verhoging achterwege dient te blijven.
HR 26-11-1986, ECLI:NL:HR:1986:AW7823, m.nt. G.H.J. Tuinte
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 november 1986
- Magistraten
Royer; Stol; Jansen; Linde, Van Der; Baardman
- Zaaknummer
23 553
- Noot
G.H.J. Tuinte
- LJN
AW7823
- JCDI
JCDI:ADS205472:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AW7823, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑1986
- Wetingang
Art. 61a, tweede lid, Wet IB 1964, art. 18 AWR
Essentie
Het fabricage- en opslagdoel van de in een gebouw opgestelde gereed-produktsilo is niet gelijk aan het gebruiksdoel van het gebouw, zijnde het bieden van onderdak. Derhalve is de silo niet onmiddellijk en uitsluitend dienstbaar aan de bedrijfshal. Een rechtens verdedigbaar standpunt sluit opzet of grove schuld uit, zodat een verhoging achterwege dient te blijven.
Uitspraak
Het geschil betrof de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting 1980.
Vaststaat:
Belanghebbende, X BV te Z, vormt sedert 22 september 1977 een fiscale eenheid met Y BV, die statutair ten doel heeft het uitoefenen van een fruitteeltbedrijf, een varkensmesterij, de handel in en de fabricage van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.