HR, 24-07-1995, nr. 30 222

Documentgegevens:

HR 24-07-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1678

Instantie: Hoge Raad
Datum: 24 juli 1995
Magistraten: Stoffer; Wildeboer; Zuurmond; Herrmann; Fleers
Zaaknummer: 30 222
LJN: AA1678
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1995:AA1678, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑07‑1995
Wetingang: Art. 36 en 37 Wet IB 1964, art. 34 Wet LB 1964; art. 11 Uitv.besl. LB

Uitspraak

Belanghebbende, X, is gepensioneerd en genoot in 1990 een AOW-uitkering van f 11 612; f 5401 uit bewindvoering en vermogensinkomsten. De administratieve werkzaamheden in verband met de bewindvoering verrichtte X nagenoeg geheel thuis in een kantoorruimte. X beschikte niet over een kantoorruimte buiten zijn woning.

In geschil is of voor de toepassing van art. 36, eerste lid, letter b, onder 2 IB de AOW-uitkering in aanmerking moet worden genomen als inkomsten uit arbeid, hetgeen X bestrijd.

Het Hof Amsterdam stelt X in het ongelijk.

Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad:

Ter vergemakkelijking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.