Inhoudsopgave
WFR 2001/1631:Inkomsten uit een trust onder de Wet inkomstenbelasting 2001
WFR 2001/1631
Inkomsten uit een trust onder de Wet inkomstenbelasting 2001
Documentgegevens:
Mr. K.R. de Vries , datum 01-01-2001
- Datum
01-01-2001
- Auteur
Mr. K.R. de Vries 1
- JCDI
JCDI:ADS823236:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Wetingang
art. 29a Wet IB 1964; art. 30 Wet IB 1964; art. 25 lid 1 onder g Wet IB 1964; art. 2 lid 1 AWR; art. 2.14 Wet IB 2001; art. 3.101 Wet IB 2001; art. 4.6 Wet IB 2001; art. 4.5 Wet IB 2001; art. 4.5a Wet IB 2001; art. 4.3 onder a Wet IB 2001; art. 5.3 Wet IB 2001; art. 5.19 Wet IB 2001; SW 1956
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1. Inleiding
In 1998 heeft de Hoge Raad vier arresten gewezen over de heffing van schenkingsrecht bij inbreng van vermogen om niet in een irrevocable discretionary trust door een inwoner van Nederland. Deze vermogensafzondering heeft ons hoogste rechtscollege aangemerkt als een belaste verkrijging door de trust, waarover schenkingsrecht is verschuldigd naar het hoogste tarief. 2 Hoewel de trustfiguur hierdoor aan aantrekkelijkheid heeft ingeboet, kan zij nog steeds een belangrijk taxplanningsinstrument zijn in het kader van remigratie of immigratie naar Nederland. 3 Instelling van een trust door een niet-inwoner kan immers zonder heffing van Nederlands schenkingsrecht plaatsvinden. 4 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.