FED 1999/193
HR, 03-03-1999, nr. 33 919
HR 03-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2685
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 maart 1999
- Zaaknummer
33 919
- LJN
AA2685
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2685, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑1999
- Wetingang
Art. 7 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, exploiteerde tot en met 9 maart 1990 in maatschapsverband met zijn zoon A een veehouderij. In 1981 kwam een nabij gelegen agrarisch bedrijf te koop. X' zoon B kocht op 27 juli 1981 een gedeelte van de grond met woning en overige opstallen en liet een ligboxenstal voor melkvee bouwen. X zelf kocht op 27 juli 1981 de overige grond. Met ingang van 1 mei 1983 verpachtte X die grond aan B. X merkte na de aankoop in 1981 de grond steeds als ondernemingsvermogen aan. Bij de staking van zijn onderneming in 1990 bracht X de grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.