FED 1998/368
HR, 10-06-1998, nr. 33 288
HR 10-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2522
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 1998
- Magistraten
Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
33 288
- LJN
AA2522
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2522, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑1998
- Wetingang
Gemeentewet 221 (oud)
Uitspraak
De gemeente heeft in de a-straat een riolering aangelegd. Daardoor werd het mogelijk een aantal onroerende zaken aan de a-straat en de b-straat, waaronder die van belanghebbende, X, op het gemeentelijk rioolstelsel aan te sluiten. De riolering in de a-straat is onderdeel van het gemeentelijk rioolstelsel en heeft een functie als bergingsriool ter vergroting van de opvangcapaciteit van dat stelsel, en vormt voorts de verbinding tussen het gemeentelijk rioolstelsel en de c-beek, waardoor die beek als overstort kan functioneren bij capaciteitstekorten van het gemeentelijk rioolstelsel. Niet in geschil is dat voornoemde onroerende zaken door de aanleg van de riolering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.