Inhoudsopgave
WFR 2000/1495:Het Rijkaart-arrest inzake bodemvoorrecht en zijn vervolgvragen
WFR 2000/1495
Het Rijkaart-arrest inzake bodemvoorrecht en zijn vervolgvragen
Documentgegevens:
Mr. drs. M.H.M. van Oers AA/actuaris AG , datum 01-01-2000
- Datum
01-01-2000
- Auteur
Mr. drs. M.H.M. van Oers AA/actuaris AG 1
- JCDI
JCDI:ADS659982:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
- Wetingang
Wetsvoorstel nr. 22942; Invorderingswet 1990; art. 3:277 BW; art. 3:278 BW; art. 3:279 BW; art. 6 EVRM; art. 57 lid 3 Fw; art. 29 lid 2 Wet OB 1968; art. 705 Rv; art. 490b Rv; art. 445 Rv
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1. Inleiding
Op 26 juni 1998 heeft de Hoge Raad het Rijkaart-arrest gewezen. 2 Het had betrekking op de reikwijdte van het bodemvoorrecht bij verpande zaken. Het arrest heeft in de civiele vakliteratuur veel aandacht gekregen 3 en in de fiscale vakliteratuur 4 nauwelijks, alhoewel het arrest kan worden gecategoriseerd onder het fiscale insolventierecht. Het arrest is inmiddels twee jaar oud, maar het heeft in de dagelijkse faillissementspraktijk wel degelijk actuele betekenis. Vaak zijn bij een faillissement verpande zaken in het geding en het is dan de vraag aan wie de opbrengst van die zaken toekomt. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.