FED 1999/192
HR, 03-03-1999, nr. 33 121
HR 03-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2687
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 maart 1999
- Zaaknummer
33 121
- LJN
AA2687
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2687, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑1999
- Wetingang
Gelijkheidsbeginsel; art. 277 Gemeentewet (oud); willekeurige en onredelijke belastingheffing
Uitspraak
In geschil zijn de aan belanghebbende, X, voor 1992 opgelegde aanslagen in de precariorechten ter zake van het hebben van twee lichtbakken, voorzien van reclame, en een markies, eveneens voorzien van reclame, boven openbare gemeentegrond.
Op het beroep in cassatie van de gemeente overweegt de Hoge Raad: Voor 's hofs kennelijke opvatting dat in andere gemeentelijke heffingen dan de reclamebelasting reclame niet als voor de heffing of het tarief (mede) onderscheidend criterium mag worden gebezigd, biedt de tekst van de gemeentewet (oud) noch de geschiedenis van de totstandkoming van de bepalingen over gemeentelijke belastingen daarin evenwel steun. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.