FED 2004/598
De enkele omstandigheid dat de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van kabels in gemeentegrond, doet niet zonder meer een gedoogplicht ontstaan
HR 13-08-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AF7810, m.nt. G. Groenewegen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 augustus 2004
- Magistraten
Ilsink Pos; Monné; Amersfoort, van; Oven, van; Leemreis
- Zaaknummer
37 408
- Noot
G. Groenewegen
- LJN
AF7810
- JCDI
JCDI:ADS234940:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AF7810, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑08‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AF7810, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑08‑2004
- Wetingang
Art. 228 Gemeentewet
Essentie
De enkele omstandigheid dat de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van kabels in gemeentegrond, doet niet zonder meer een gedoogplicht ontstaan
Samenvatting
In de onderhavige procedures ging het om de vraag of terecht precario is geheven ter zake van het hebben van leidingen en kabels in voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De Hoge Raad laat in het midden of een gedoogplicht is ontstaan, maar constateert wel dat de enkele omstandigheid dat concessie/vergunning is verleend, niet zonder meer een gedoogplicht doet ontstaan.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslagen precariorechten c.q. precariobelasting (gemeente 's-Gravenhage).
OP ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.