HR, 21-04-1999, nr. 34 454

Documentgegevens:

HR 21-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2732

Instantie: Hoge Raad
Datum: 21 april 1999
Zaaknummer: 34 454
LJN: AA2732
Vakgebied(en): Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1999:AA2732, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑1999
Wetingang: Art. 6:11 Awb; art. 60 (oud) AWR

Uitspraak

Overgangsrecht Awb. Tijdstip bekendmaking besluit bepaalt of termijnoverschrijding getoetst kan worden aan art. 6:11 Awb.

Belanghebbende, X, voldeed in 1991, 1992 en 1993 parkeergeld voor het verlenen van een parkeervergunning voor 1991, 1992 en 1993. Op 22 februari 1995 diende X een bezwaarschrift in tegen het totale bedrag van de heffingen. In geschil is of X wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk is in zijn bezwaar.

Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: X' betoog dat voor de beantwoording van de vraag of de termijnoverschrijding verschoonbaar is niet, zoals het hof heeft geoordeeld, art. 60 AWR, doch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.