V-N 1997/1522, 4
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT. INKOMSTENBELASTING Bewijslast bij al dan niet geplaatst zijn van een aandeel
HR 19-03-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2113, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 maart 1997
- Magistraten
Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
31 830
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2113
- JCDI
JCDI:ADS898502:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2113, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑03‑1997
- Wetingang
Art. 17 Wet ARB; art. 39 (oud) Wet IB 1964
Essentie
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT. INKOMSTENBELASTING Bewijslast bij al dan niet geplaatst zijn van een aandeel
Samenvatting
Belanghebbende, X, was met zijn neven A en B, aandeelhouder in D BV. Het maatschappelijk kapitaal was verdeeld in 50 aandelen A, 50 aandelen B en 50 aandelen C, elk f 1000 nominaal. Aan alle aandelen waren dezelfde rechten verbonden. Volgens de statuten geschiedt uitgifte van nog niet geplaatste aandelen door de directie krachtens besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders (ava). 23 A-aandelen werden geplaatst bij X, 23 B-aandelen bij B en 23 C-aandelen bij A. Zij werden alle volgestort. Op 13 december 1982 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.